PASTA MET BIETEN

bieten, pasta, veganistische recepten, venkel

Om cashewkaas te kunnen maken, gebruik ik gefermenteerd graan. Ik week het graan een paar dagen in water, spoel en ververs elke dag tot het water wit begint te kleuren en gefermenteerd begint te ruiken, ik zal maar zeggen: als schimmel. Dan spoel ik het graan nog één keer en laat het weken in dubbel zoveel water als voorheen en laat dat een dag of drie staan (uit de zon maar op kamertemperatuur). Meestal gebruik  ik één kopje graan en houd ik ongeveer één liter gefermenteerd graanwater over. Ik heb al diverse graansoorten geprobeerd en niet allemaal gaan ze even goed maar tot nu toe is er nog geen graansoort geweest waarmee het niet lukte. De laatste keer dat ik het maakte gebruikte ik spelt. De rejuvelac was enorm sterk, rook heel zwaar en gaf een fantastische smaak aan de cashewkaas. De rest deed ik in een weckfles en zette die fles weg  in het donker. Het duurde dit keer wat langer voor ik weer naar de fles greep en blijkbaar stond hij daar bovenop de keukenkast vrij ernstig door te gisten want op een gegeven moment spatte de fles in duizend stukjes uit  elkaar! Overal in de keuken zat glas en rejuvelac die, zoals  ik al eerder opmerkte, behoorlijk sterk rook. Wat een pech! Gelukkig is alles weer opgeruimd en schoongemaakt. Maar de rejuvelac was op. Ik kan dus nu geen cashewkaas maken totdat ik nieuwe heb gemaakt. Dit keer gebruik  ik rogge en deze tweede dag  ruikt het vooral erg fruitig. Ik ben heel benieuwd hoe de rejuvelac van rogge zal uitpakken. Ik weet wel dat ik het niet meer in een weckfles zal gaan bewaren! 😉

Ondertussen rijpt op de tuin alles vrolijk verder. We hebben al diverse rijpe appels kunnen eten en de maïs is op. Ik heb nog wel van wat valappeltjes, na die stormwind van vorige week lagen er nogal wat! appelazijn gemaakt. De herfstteelt sla, bieten en knolvenkel groeit goed en ik ben van plan deze week de kolen voor de zuurkool te oogsten. Ook heb ik al één keer bramen geplukt en daarvan vijf potten bramenjam gekookt. Ik verwacht, zeker nu deze hele week nog zon voorspelt is, nog wel twee keer bramen te kunnen plukken. Als die doerak van een Reinier me niet voor is  want hij is er dol op en eet ze zó van de struik!

Toen ik de groenbemester onder ging spitten, vond ik nog een vergeten rijtje zomerbieten. Die waren flink uit de kluiten gewassen maar ze hadden geen groeigaten van binnen.  Ik vind bieten heerlijk met verse dille maar de dille-oogst is dit jaar compleet mislukt. Wel heb ik bergen basilicum staan die maar doorgroeien en doorgroeien. Ik heb dus de combinatie bieten met basilicum uitgeprobeerd en ik kan het van harte aanbevelen. Onderstaand recept schrijft dan ook een behoorlijke hoeveelheid basilicum voor maar ik kan me voorstellen dat in dit recept verse basilicum eenvoudig  vervangen kan worden door verse dille.

Veel plezier in de keuken en smakelijk eten!

PASTA MET BIETEN voor 2 personen

Ingrediënten:

2 rode bietjes

1 knolvenkel

1 flinke ui

2 eetlepels gembersiroop

1 theelepel kerrie

200 gram (spelt)pasta

2 eetlepels kokosolie

ongeveer 50 gram verse basilicum

zout naar smaak

Kook de bietjes gaar in ongeveer 10 minuten, giet ze af en laat ze afkoelen. (Als je het kookwater bewaard, kun je daar met een beetje zout lekkere bouillon van maken.) Als de bietjes afgekoeld zijn, kun je ze grof raspen.

Kook de spelt gaar en spoel ze af met koud water.

Snijd de ui en de venkel klein. Smelt de kokosolie in een hapjespan of wok. Voeg de kerrie en de gembersiroop toe. Laat de ui en de venkel hierin zachtjes gaar stoven.  Voeg vervolgens de bietenrasp en de pasta toe. Strooi er wat zout overheen en laat het een minuut of vijf op een zacht vuurtje aan elkaar wennen.

Snijd ondertussen de basilicum heel fijn en voeg dit toe aan de pasta. Even goed doorroeren en smullen maar! Ook heerlijk met een beetje Pizzaschmelz van Wilmersburger.

 

ZOMERSE MAALTIJDSOEP

kokos, maaltijdsoep, moestuin, pasta, soep, veganistische recepten, venkel

De meeste mensen denken bij soep aan winterse koude en zware kost om warm te blijven maar soep kan ook heel licht zijn. In de zomer maak en eet ik ook graag soep. In soep kun je altijd veel kwijt, je maakt makkelijk voor meer dan één dag, het is niet ingewikkeld en je hoeft er niet de hele  tijd bij te blijven. De volgende soep is licht en makkelijk verteerbaar. De smaak is mild en een beetje zoet en ik durf te wedden dat iedereen ervan zal smullen; zelfs de meest kieskeurige, kleine eter!

Knolvenkel is niet alleen een vergeten maar zeker ook een miskende groente.  In venkel zitten stofjes die de afdrijving stimuleren, wat niet alleen behulpzaam kan zijn bij plasproblemen; ook vrouwen die borstvoeding geven, kunnen daar profijt van trekken. Bij maagpijn en menstruatiekrampen kan venkel ook verlichting brengen. Voorts is al eeuwen bekend dat het kauwen op  venkelzaadjes het hongergevoel onderdrukt.

De smaak van knolvenkel  is een beetje anijsachtig en een beetje aan de zoete kant voor groente. Kinderen noemen venkel  ook wel dropkruid. De stengels, de pluimen en de jonge knolletjes zijn heel lekker om rauw te eten, uit de hand of door de sla. De wat grotere, oudere knollen laten zich goed verwerken in pastasaus, ovenschotels en soep. Fijn snijden is wel aan te raden; de grotere knollen kunnen behoorlijk vezelig zijn.

ZOMERSE MAALTIJDSOEP MET VENKEL                                                                                                                                                      voor 2-3 personen

Ingrediënten:

2 venkelknollen

1 flinke ui

75-100 gram speltpasta (of volkorenpasta)

1 blikje kokosmelk (400 ml)

800 ml water

1 theelepel kerrie

2 theelepels komijn

3 eetlepels gembersiroop

3 eetlepels appelazijn (of citroensap)

2 groentebouillonblokjes

1 zakje vanillesuiker

3 eetlepels plantaardige olie of kokosvet

Snijd de ui niet al te fijn. Verhit de olie en voeg de ui daar aan toe. Laat  de ui  glazig worden. Voeg de vanillesuiker, de kerrie, de komijn, de appelazijn en de gembersiroop toe en laat op  een laag vuur garen. Snijd ondertussen de venkel klein.  Het ligt er een beetje aan hoe de knol gegroeid is maar het beste snijd je de knol in vieren nadat je de stengels er af gesneden hebt. De verschillende stukken van de venkelknol in dunne reepjes snijden en toevoegen aan het uienmengsel. Goed doorroeren en even laten pruttelen, tot de venkel een beetje zacht begint te worden. Voeg vervolgens de kokosmelk en het water toe. Breng aan de kook en voeg de pasta toe. Laat tien minuten doorkoken. Nu kun je de groentebouillonblokjes toevoegen en gaan eten. Maar de soep wordt nog lekkerder als je de groentebouillonblokjes toevoegt, goed roert, het laat afkoelen en later opnieuw opwarmt (niet laten koken!) en dan pas eet. Lekker met een broodje en wat verse sla, als lunch of als lichte zomeravondmaaltijd. Extra lekker: een smoothie erbij van een klein stukje gember, watermeloen, een schepje kokosyoghurt en  een beker kokosmelk.                                Smakelijk eten en tot  de volgende keer!

P.S. foto: berenoor met een dikke hommel

ROERBAKSCHOTEL MET BROCCOLI

broccoli, moestuin, roerbakschotel, veganistische recepten

Soms denk ik weleens dat de hond het meeste van de tuin geniet.  Want terwijl Henk zes rijtjes prei heeft geplant en ik de herfstteelt schoffelde en zes rijtjes groenbemester (lupine en borage) en een rijtje gladiolen heb ondergespit, heeft hij heerlijk liggen slapen. Afgezien van de vijf minuten die het kost om een leger te graven, te blaffen naar de buren en even te controleren of hij écht niet bij de braamstruik kan komen, wordt hij de hele dag alleen maar wakker om van zijn plekje in de zon te verhuizen naar een plekje in de schaduw van de appelboom en vice versa. Ja, onze hond leidt echt een hondenbestaan 😉

De zomeroogst is bijna helemaal binnen.  Het wachten is een beetje op het rijpen van de bramen en de appels. Veel sla die we niet hebben geoogst, gaat al schieten. Zo noem je dat als ze in de bloei gaan staan. Ze schieten in de bloei, als het ware.  Ook de zomerknolvenkel en de meeste kruiden hebben hun laatste groeispurt gehad en beginnen te bloeien. De meeste groente en kruiden zijn niet lekker meer om te eten als ze die  laatste spurt eenmaal hebben (gehad). Het is dus zaak om zoveel mogelijk te oogsten en te verwerken opdat het ingemaakt, ingevroren of in de koeling langer bruikbaar/houdbaar blijft.  We zijn het nooit helemaal voor, de tuin is gewoon gul maar we zijn er trots  op dat we het jaar rond van eigen tuin kunnen eten.

De latere groente groeien ook heel goed en het nadeel van een herfstteelt is natuurlijk  dat er weer gewied moet worden, naast al het onderspitwerk dat er te doen valt in deze tijd best een hele klus. Gelukkig kunnen de zomerbieten en de aardappels nog wel even in de grond blijven.  Iedere keer een rijtje rooien en koel en donker bewaren; dat is minder zwaar dan de hele aardappeloogst in één keer binnenhalen. De pompoenen liggen mooi te rijpen, krijgen al  die mooie donkeroranje kleur. Ik kan haast niet wachten ze te proeven. Maar ondertussen hebben we al de eerste maïskolven kunnen eten. Oh! Dat  is zo lekker! Vers van het land een minuut of drie  in het kokende water en dan eten met een beetje margarine en een beetje zout. Smullen! Daarnaast had ik vandaag Highland blacks (een paarse aardappel), witte bietjes en palmkool met 3 takjes rozemarijn, 5 takjes krulpeterselie en 3  takjes dragon in de tajine gedaan. In plaats van water heb ik er wat kokosmelk  bijgedaan wat ik gemengd had met wat appelazijn en soyasaus. Tot slot een beetje zout erover gestrooid en ongeveer een half uur op  een zacht pitje laten staan. Daarbij serveerde ik tzatziki, van komkommers gemaakt dit keer, geruild tegen een courgette met onze tuinbuurman. En in de tzatziki zat knoflook en munt en een beetje lavendel, allemaal uit  onze eigen tuin! Wat een rijkdom 🙂

Deze broccoli (foto) is eigenlijk al de herfstteelt maar ze doen het dit jaar zo ongelooflijk goed dat we van de zomerteelt al zoveel hebben kunnen invriezen dat we deze broccoli gewoon vers van het land op  kunnen eten. Ik lust broccoli  eigenlijk het liefste rauw maar als compromis voor diegene die het liever gekookt eten, roerbak  ik het meestal. Als je broccoli kookt, snijd het dan niet al te fijn anders wordt het drab.  Kook het niet te lang en in water zonder zout. Zout kun je altijd later toevoegen maar in zout  water verliest de broccoli zijn structuur en alweer: drab! Rauw is het vooral heel lekker gemengd met ijsbergsla en tomaten. Snijd de bloem dan heel fijn en gebruik de stam voor soep. Na al  deze tips voor het eten van broccoli nu dan een ‘echt’ recept.

ROERBAKSCHOTEL MET BROCCOLI

ingrediënten:

1 broccoli

1 grote ui

1 venkelknol

1 theelepel zout

3 eetlepels gembersiroop

1 eetlepel appelazijn (of citroensap)

1 theelepel kurkuma

1 theelepel gemberpoeder

1 theelepel kerrie

wat vers gemalen peper (ik tel  altijd het aantal keer dat ik draai: vijf)

3 eetlepels plantaardige olie of kokosvet

Snijd de ui niet al te fijn. Verhit  de olie in een wok of een grote hapjespan. Voeg de ui toe en laat even staan, draai het vuur laag. Meng de ui met de gembersiroop, de appelazijn en de kurkuma, de kerrie, het gemberpoeder en de peper. Laat op  een zacht vuurtje een minuut  of vijf garen.  Snijd ondertussen de venkel heel fijn en  voeg die toe aan het mengsel. Even goed doorroeren. Snijd de broccoli  zo dat er lange, dunne stukken ontstaan die zowel voet als kroon hebben. Leg deze bovenop het mengsel en strooi er het zout  overheen. Deksel op  de pan en een minuut of vijf laten staan alvorens om te scheppen. De broccoli wordt nu knalgroen en glimmend en dan is het ’t lekkerst. Als je van heel gare broccoli houdt, kun je het beter tien minuten laten staan.  Heerlijk bij gebakken aardappeltjes of aardappeltjes uit de oven. Smakelijk eten en tot de volgende keer!

 

 

courgetteburger

courgette, moestuin, veganistische recepten

Behalve bonen en sla  heb je met een moestuin ook al vrij snel een overschot aan courgette. Gelukkig kun je met courgette heel veel kanten op. Soep, salade, pastasaus, tzatziki maar ook taart en cake zowel hartig als  zoet. Courgette  is vrij neutraal van smaak en zacht van structuur dus combineren gaat bijna altijd goed. Ik raad af om courgette te mengen met lavas; mijn ervaring is dat de courgette door  de lavas een bittere nasmaak krijgt die lang niet iedereen zal kunnen waarderen. (Ik niet in ieder geval 😉 ) Vandaag maakte ik courgetteburgers. Dit recept is genoeg voor 6 niet al te grote burgers of 4 flinke. Wij aten het als bijgerecht maar met een lekker (spelt)broodje, een blaadje sla, een augurk, een tomaat en wat ketchup kan het ook heel goed als lunchgerecht of zelfs als hoofdgerecht gegeten worden. Het vergt enige voorbereiding en (anders zou het geen recept van mij zijn) enig geduld maar dan heb je ook wat.

INGREDIËNTEN

1 courgette (ongeveer 450-500 gram)

1 blik kikkererwten (400 gram)

3 eetlepels plantaardige olie

1 eetlepel appelazijn (of citroensap)

1 eetlepel bloem

1 theelepel zout

3 takjes jonge lavendel (zonder bloemetjes!)

plantaardige margarine of kokosvet om in te bakken

Rasp de courgette op een schone doek en knijp het sap eruit. (Dit sap  kun je opvangen om door de soep te gooien of als bouillon te drinken; die tip gaf ik al eerder volgens mij 😉  )Strooi er een theelepel zout  overheen. Rits de blaadjes van de lavendeltakjes af en snijd de blaadjes heel  fijn. Meng dit door de courgetterasp. Giet de kikkererwten af en vang het sap op! Maal de kikkererwten met de olie en de appelazijn in de keukenmachine en voeg steeds een beetje van het kikkererwtensap toe totdat een kleverige brij ontstaat. Meng deze brij met de geraspte courgette. Als het erg plakkerig is, voeg dan een beetje bloem toe. Zet het een half uurtje in de koelkast. Rol er vervolgens burgers of fallafels van, naar keuze. Strooi (de rest van) de bloem op een plat bord. Rol de burgers door de bloem en leg ze nogmaals een half uurtje in de koelkast. Verhit  een grote koekenpan en smelt hierin het kokosvet (of plantaardige margarine) . Bak de burgers in vijf tot zeven minuten gaar en goudbruin  door ze regelmatig om te draaien.  Smakelijk eten!

SPERZIEBONENSALADE EN KOKOSCAKE

gebak, kokos, moestuin, salade, sperziebonen, vegancake, veganistische recepten

En dan opeens is het spitsuur in de tuin! Alles groeit als kool en moet geoogst, opgegeten, ingemaakt, gedroogd, ingevroren en tot jam gekookt worden.

Ik heb op de tuin twee veldjes met kruiden. Het ene veldje gebruik ik vrijwel dagelijks en op het andere veldje laat ik de kruiden mooi groot groeien. Dan snijd ik ze zo lang mogelijk af en laat ze drogen om ook in de winter kruiden uit mijn eigen tuin te kunnen gebruiken. Het heeft wat jaartjes experimenteren gekost maar nu heb ik voor elk kruid de beste methode gevonden. Dit jaar had ik voor het eerst dragon en dat is ontzettend goed gegroeid maar ik had het nooit eerder gedroogd dus dat was nog even spannend. Ik gebruik eigenlijk drie methodes:1. ik hang een grote bos op de kop op de zolder en laat het daar een paar weken hangen 2. ik zet de elektrische oven op de allerlaagste stand (<80*C) en leg de kruiden op een platte schaal in de oven en ik sluit de ovendeur niet helemaal. Dit duurt ongeveer een 10 tot 12 uur
3. ik stop de kruiden in portiezakjes, gewassen maar niet gedroogd, in de vriezer. Methode 1 gaat uitstekend met wollige munt, koriander en dille. Helaas is de dille dit jaar nauwelijks gegroeid door teveel water op het verkeerde tijdstip. Methode twee gebruik ik voor peterselie, dragon en selderij. De derde methode is uitstekend geschikt voor lavas, zwarte munt en basilicum. Vorig jaar had ik zoveel basilicum dat ik pesto heb gemaakt, maar daarover een andere keer.

Bonen kun je ook heel makkelijk invriezen. Je maakt ze schoon en blancheert ze drie minuten in zoutloos (kokend) water. Verdeel ze in vriezerbakjes, laat ze afkoelen (buiten of in de koelkast) en stop ze in de vriezer. In de vriezer blijven ze zeker een jaar goed en als je ze uit de vriezer haalt om te verwerken, smaken ze als vers. Vergeet niet op het bakje te zetten wat er in zit; dit scheelt een hoop ongemak later in het jaar. En nu de onderste twee laden van de vriezer propvol bonen zitten (sperziebonen en tuinbonen) zien wij ons gedwongen bonen te eten en bonen uit te delen aan vrienden die niet zo fortuinlijk zijn een moestuin te onderhouden.

Bonen laten zich gelukkig makkelijk verwerken tot allerlei heerlijke gerechten. Ze gaan goed in soep, in pastasaus of gewoon gekookt bij aardappeltjes of rijst. Je kunt ze koken met niks of alleen een beetje zout maar ze laten zich ook heel goed combineren met kokos of kerrie. En als je ze niet al te lang kookt, zijn ze prima te verwerken als of in salade.

Vandaag maakte ik een bonensalade met kokos en paprika. En ik bakte een kokos-chocoladecake als toetje, gewoon omdat het kan 😉

BONENSALADE
bijgerecht voor twee personen
Ingrediënten:
250 gram sperziebonen
1 rode puntpaprika
1 eetlepel kappertjes
eventueel een paar blaadjes ijsbergsla
5 of 6 takjes verse basilicum
3 eetlepels plantaardige olie
2 eetlepels gembersiroop
3 eetlepels appelazijn (of citroensap)
1 eetlepel geraspte kokos
1 theelepel zout
1 theelepel kerriepoeder

Maak de bonen schoon en kook ze beetgaar. Spoel ze direct met koud water om te voorkomen dat ze doorgaren en slap worden. Splijt de bonen overdwars in twee helften. Snijd de puntpaprika in smalle reepjes en meng dat goed door elkaar. Voeg gembersiroop, appelazijn, olie, zout en kerriepoeder toe en even goed mengen. Snijd de basilicum heel fijn, maar houd een paar blaadjes achter voor de garnering. Meng de fijngesneden basilicum met de geraspte kokos en strooi dit over de salade. Laat de salade een half uurtje aan elkaar wennen en meng het nogmaals goed door elkaar. Nu kun je er eventueel een paar blaadjes fijngesneden ijsbergsla aan toevoegen voor een extra knapperige beet. Leg een paar blaadjes basilicum bovenop. Smakelijk eten!

KOKOS-CHOCOLADECAKE

Ingrediënten:
100 gram kokosmeel
25 gram biologisch bloem
25 gram geraspte kokos
30 gram cacaopoeder
2 zakjes bakpoeder
50-75 gram (kokos)suiker
80 gram kokosvet of kokosolie
3 eetlepels appelmoes
30 gram bittere chocolade (Tony's of course 😉 )
1 kopje kokosmelk

Verwarm de oven voor op 180*C. Meng alle droge ingrediënten goed door elkaar: kokosmeel, bloem, bakpoeder, cacao, geraspte kokos en suiker. Voeg dan het kokosvet toe en meng het met de achterkant van een grote lepel (of met schone handen!) tot een broodkruimachtig geheel. Voeg vervolgens de appelmoes toe en klop dit zeker een minuut of vijf met een handmixer; kokosmeel is heel zwaar en hoe beter je het mengt en klopt, hoe luchtiger de cake zal zijn. Voeg tot slot zoveel kokosmelk toe dat het een mooi stevig beslag wordt. Een dik beslag dat je nog net kunt gieten. Voeg tot slot de chocolade toe, die je natuurlijk eerst in kleine stukjes hebt gesneden en waar nog steeds 30 gram van is en waarvan je niet de helft al tijdens het kloppen van het beslag in je mond hebt gestoken 😛 Goed roeren en in de cakevorm gieten. Zet de cakevorm in het midden van de oven en zet de kookwekker op 35 minuten. Als de kookwekker af gaat, verlaag je de temperatuur tot 160*C. Nu moet de cake nog een minuut of 20 afbakken. Prik met een breinaald of een lange vork in de cake om te kijken of die gaar is (als de naald er droog uitkomt, is de cake gaar) Laat in de vorm afkoelen. Nu heb ik goed nieuws voor alle ongeduldigen onder ons: deze cake is warm ook heel lekker!!! Het allerlekkerst is ie met een schep Bon-Ice chocolat Rice ice cream (verkrijgbaar bij de Ekoplaza) en wat verse vruchten.
Smullen maar!

SOEP, JAM, SMULCAKE en HUMMUS

broodbeleg, courgette, gebak, moestuin, soep, taart, vegancake, veganistische recepten

Het weer is de laatste weken nou niet zo dat we het gevoel  hebben midden in de zomer te zitten, maar het is wel zo! Zo eten we al een week of drie nieuwe aardappels en gaat ook de oogst van andere groente gewoon door. Courgette, snijbiet, tuinbonen, sla is er in overvloed.  En het aardbeiseizoen is zelfs alweer voorbij! Gisteren hadden we gelukkig een prachtige dag en hebben we heerlijk  in de tuin kunnen werken. Ik heb, naast wat broodnodig schoonmaakwerk, de aalbessen geplukt. Omdat we eindelijk  eens op tijd de struiken onder gaas hadden gezet, konden we ruim oogsten. Van onze twee struiken heb ik 4,5 kilo  bessen geplukt!

Van die bessen heb ik jam gekookt;  dat is makkelijk. Je maakt het fruit schoon en kookt het stuk. Dan voeg je suiker toe (1 kilo suiker op 1 kilo vruchten) en pectine (25 gram per kilo fruit)  of je neemt geleisuiker, dan ben je in één keer klaar 😉 Na het toevoegen van de (gelei)suiker moet het geheel nog een paar minuten koken onder voortdurend roeren en dan giet  je het in schone potten met metalen deksel. Deksel erop  en even op  de kop zetten zodat de deksel vacuüm trekt. De jam is zeker een jaar houdbaar  op een donkere en koele plek. Soms ontstaat er een laagje  schimmel op de jam maar als je die eraf schept, kun je de jam daarna gewoon opeten.

Voorts waren er vijf prachtige courgettes! Van één heb ik een heerlijke soep gekookt met gele splitlinzen en kokosmelk. De courgette in kleine stukjes gesneden en even aangefruit in hete kokosolie en vervolgens 125 gram linzen toegevoegd. Dat gemengd met een blik kokosmelk (400 ml) en aangelengd met evenzoveel water. Aan de kook gebracht en bouillonblokjes toegevoegd. Nog even door laten n en smullen maar!

Van een andere courgette maakte ik  tzatziki (zie mijn vorige blog). Alleen de Abbot Kinney’s kokosvariatie  op yoghurt was niet verkrijgbaar dus gebruikte ik kokosvariatie op yoghurt van Provamel. Dat smaakte ook verbazingwekkend goed!Het overgebleven sap van de geraspte courgette kieperde ik in de courgette-linzensoep. De laatste drie courgettes doneerde ik aan de Texelse Soepketel (https://www.facebook.com/detexelsesoepketel/?fref=ts) in de hoop dat ze er veganistische soep van koken!  Enfin, nu ik  toch de halve dag in de keuken bezig was, besloot  ik ook een nieuw cake-recept uit  te proberen dat ik bedacht had. Het pakte ongelooflijk goed uit. Ik denk dat dit de lekkerste cake is die ik ooit  heb gebakken! Omdat ik voor de cake gebruik heb gemaakt van het restwater van een blik kikkererwten, heb ik gelijk van de kikkererwten hummus gemaakt. De makkelijkste hummus die ik ooit maakte. Voor beide recepten dus 1 blik kikkererwten: doe  de kikkererwten in een zeef en vang het sap uit  het blik op. De kikkererwten gebruik je voor de hummus; het sap voor de cake. Veel plezier in de keuken en onthoud goed: bakken is ingewikkelder dan koken. Bij het koken kun je altijd nog een beetje dit en een beetje dat toevoegen om iets wat dreigt te mislukken te redden.  Bakken is buiten je macht zodra je het baksel  in de oven zet. Wees dus niet ontmoedigt als het een keer mislukt. Probeer iedere keer te  bedenken wat er mis is gegaan en hoe je dat op kunt lossen. Een beetje meer suiker, een beetje minder bloem. Een beetje korter in de oven of de oventemperatuur wat lager….voor elk probleem is een oplossing en de aanhouder wint. Ook hier geldt: oefening baart kunst en ervaring  is de beste leermeester.

SMULCAKE

ingrediënten:

-water uit 1 blik kikkererwten

-150 gram zelfrijzend bakmeel

-2 zakjes vanillesuiker

-100 gram suiker

-1 eetlepel vanille-essence.

Verwarm de oven voorop 180*C. Klop het kikkererwtenwater zeker 10 minuten met een mixer op de hoogste stand. Voeg een eetlepel vanille-essence toe. En schepje voor schepje de suiker. Zet de mixer  uit  en schep heel voorzichtig het zelfrijzend bakmeel door het mengsel en giet het in een cakevorm.  Een kleine cakevorm is genoeg; het is beslag voor een klein cakeje 😉 Zelf gebruik ik een kleine cake-springvorm van de HEMA met een extra lekrand aan de bodem, ik vind die bijzonder prettig in gebruik.  Zet de cake in de oven en zet de kookwekker op  een half uur. Na dat half  uur breng je de temperatuur in de oven terug tot 160*C en laat de cake nog 10-15 minuten in de oven staan. (De cake is  gaar als een vork erin geprikt droog terug komt.) Als het goed is, is de cake van buiten goudbruin en knapperig en van binnen zacht en smeuïg. En smaakt het heerlijk  naar vanille. Lekker bij een kopje thee of koffie of als dessert met wat vers fruit en/of N’Ice-cream.

HUMMUS

van het blik kikkererwten gebruik je voor de cake  het water en dan heb je dus ongeveer 400 gram kikkererwten over; die gebruik je voor hummus. Daarvoor heb je verder nog nodig: – drie teentjes verse knoflook (als je gedroogde knoflook gebruikt twee!)

-groen van een verse ui

-1 theelepeltje zout

-1 theelepel komijn

-3 eetlepels olie

-2 eetlepels  citroensap of appelazijn.

Mik alles in de keukenmachine en laat het een minuut of 10 draaien op  de hoogste stand. Makkelijkste hummus die ik ooit maakte 😀 En nog steeds veel lekkerder dan die je in de winkel koopt!

 

 

vegan TZATZIKI met een twist

broodbeleg, courgette, kokos, moestuin, salade, veganistische recepten

Lekkere frisse tzatziki voor bij de pasta. Tenminste, zo eet ik het tzatziki het liefst, maar je kunt het natuurlijk ook door de salade doen of op een toastje of zelfs op  de boterham. Sommige mensen gebruiken het als dip met (tortilla) chips en ik ken zelfs iemand die het gewoon met een lepel naar binnen schuift omdat chipjes te klein zijn. Ik maak tzatziki met courgette in plaats van met komkommer, gewoon omdat courgette bij ons op de tuin groeit en komkommer niet.  Als je de tzatziki echt goed tot zijn recht wil laten komen, maak je het zeker twee uur voor je het wilt eten. Ik rasp de courgette met schil en al in een schone theedoek en laat die vervolgens goed uitdruipen en dan knijp ik het ook nog  uit voor ik de rasp verwerk. Het vrijgekomen vocht kun je heel goed opwarmen in een steelpannetje, beetje kruiden en zout erbij en je hebt een heerlijke, lichte bouillon.  Lekker tussen de middag bij de boterham 😉

Enfin voor deze tzatziki gebruikte ik:

-450 gram geraspte courgette

-75 gram fijngesneden verse knoflook (ik gebruikte het groen van de knoflook maar je kunt ook de knol gebruiken. Bij de Ekoplaza verkopen ze nu wel verse knoflook. Als je gedroogde knoflook gebruikt, heb je aan drie teentjes genoeg)

-40 gram verse (wollige) munt, ook fijngesneden

-400 ml coco start van Abbot Kinney’s (coconut milk yoghurt alternative; verkrijgbaar bij de EKOplaza)

-1 theelepel zout

Meng de fijngesneden courgette, knoflook en munt en strooi er wat zout overheen. Voeg de cocostart toe. Voor een dikke tzatziki  gebruik je misschien iets minder dan 400 ml, dat is een kwestie van smaak. Ik zet de courgette goed onder. Let er wel op dat  de courgette goed droog  is, dat wil zeggen goed uitgeknepen is. Als  de tzatziki een tijdje staat, scheidt het licht. Niets om je zorgen over te maken, gewoon even goed roeren met een lepel. Voeg eventueel nog wat zout  toe en serveer met een blaadje munt ter decoratie bij speltpasta of toast. Smakelijk eten!

 

MANGOKWARKTAART

Geen categorie, taart, vegancake, veganistische recepten

Het komt niet uit  mijn eigen tuin. Het is niet iets wat ik vaak maak. Eigenlijk ben ik helemaal niet zo van de zoetigheid. Maar dit recept wil ik toch graag met jullie delen!  Bij de EKOPLAZA was de zijdetofu in de aanbieding en ik vond het hoog tijd worden daar eens iets mee te doen. Een lekkere kwarktaart wilde ik maken. Natuurlijk wel één met fruit en aangezien er prachtige rijpe mango’s in de winkel lagen, heb ik daarvoor  gekozen. Je kunt dit recept aanpassen met welk fruit  je maar wilt! Ik heb naast een verse mango ook een pakje ingevroren mango gebruikt. Dat vers ingevroren fruit is handig en net zo makkelijk te verwerken als vers fruit. Fruit uit blik is vaak drab, in het blik verliest het structuur en stevigheid. Je moet het uitlekken en dan houd je weer sap over dat eigenlijk niet lekker is om te drinken maar ook jammer om weg te gooien…dat zijn zo de problemen waar ik tegen aanloop bij blikfruit, vandaar dat ik liever ingevroren gebruik.  😉 Zoals vaak bij mijn recepten is het maken niet erg moeilijk en ook de ingrediënten zijn eenvoudig te vinden en aan te passen;  het moeilijkste  is het geduld kunnen opbrengen  de taart  te laten afkoelen en vervolgens te laten opstijven. Het deeg alleen al ruikt zo verschrikkelijk lekker!!! Je eet je vingers erbij op. Ik zou zeggen: veel keukenplezier, smakelijk  snoepen en tot de volgende keer.

INGREDIËNTEN:

75 gram zelfrijzend bakmeel

75 gram bloem

60 gram kokossuiker

3 eetlepels appelmoes

100 gram kokosvet of plantaardige margarine.

1 rijpe mango

1 pakje bevroren mango (200 gram)

400 gram zijdetofu

2 eetlepels (kokos)suiker

2 eetlepels mangosap

3 eetlepels kikkererwtenwater (het kookvocht van zelf gekookte kikkererwten of het een blik kikkererwten)

Verwarm de oven voor op  180*C. Meng bloem, zelfrijzend bakmeel, appelmoes, margarine en suiker tot een glad deeg.  Vet een bakblik in (23 cm) en vul dit met het deeg, bodem en randen. Bedek het deeg met bakpapier en vul met een loze taartvulling (erwten of rijst; dit  kun je na gebruik  niet meer eten maar ik gebruik gewoon een aantal keer dezelfde erwten) Bak de bodem van de taart in ongeveer 15 minuten goudbruin. Laat helemaal afkoelen in de vorm.

Meng de bevroren mango en de helft van de verse mango met de zijdetofu, het mangosap, de suiker, het kikkererwtenwater. Ik deed het in de keukenmachine en dat werkt uitstekend. Met een handmixer zal het ook wel gaan maar dan raad ik toch aan de bevroren mango eerst te laten ontdooien. Laat het een minuut of vijf flink draaien zodat alles goed door elkaar zit en het kikkererwtenwater stijf wordt. Vul de afgekoelde bodem met het zijdetofu-mangomengsel. Snijd de andere helft  van de verse mango aan stukjes en versier de taart daarmee.  Zet minstens een uur in de koelkast alvorens aan te snijden en op te  peuzelen.

 

RIJST MET LAVAS

lavas, moestuin, rijst, veganistische recepten

We hadden in het kweekkasje op  ons dakterras koolplantjes opgekweekt en het werd hoog  tijd dat die de grond in gingen. Dus opgetogen naar de tuin. De aardappels, inclusief het Schotse ras dat dieppaars  is van binnen, komen prachtig op en er is maar één aardbeienplantje niet aangeslagen.  Voorts groeit de spinazie gestaag en ook de raapstelen steken hun koppie boven de grond uit, nieuwsgierig naar de nieuwe lente 😉 Alle fruitbomen en bessenstruiken staan ijverig te bloeien en de rabarber zit als een cadeautje in de knop te wachten op  iets warmer weer. Groene koorts heerst overal!

Helaas groeit in deze tijd het onkruid vaak harder dan de gezaaide groente dus ik heb maar even met de hak de hele tuin schoongemaakt. Voor de schoffel is de grond nog net even te nat en bovendien zag het ernaar uit  dat het later op de dag nog wel zou gaan regenen en dan schiet geschoffeld onkruid gewoon weer op, dus met zulk weer is hakken echt een beter idee. Af en toe bukken om wat onkruid tussen plantjes uit te trekken, heerlijk meditatief werk. Henk heeft ondertussen de koolplantjes in de grond gezet en een mooie gaastunnel erboven gecreëerd.  Op Texel hebben we namelijk erg veel last van koolvlieg, wortelvlieg en preimot en de jonge plantjes beschermen met een gazen huisje is de enige en beste oplossing daarvoor. De hond heeft liggen slapen in de zon en is verder gegaan met zijn gat graven onder de gereedschapskist. Zo heeft ieder zijn taak bij ons op de tuin!

Vorige week had Henk al de lavas verplant; dat moet ongeveer elk derde seizoen omdat de plant anders steeds meer last van schimmel krijgt. Op de plek waar de lavas vorig jaar nog mocht groeien, staat nu hysop. Maar leven laat zich niet zo makkelijk leiden of om zeep helpen en er waren natuurlijk toch lavasplantjes bovengekomen. Ze waren  ongeveer 40 cm boven de grond en de meeste blaadjes waren nog dieprood van nieuwigheid.  Ik heb ze allemaal bij de grond afgesneden en de wortels eruit getrokken en ondergespit.

Thuisgekomen heb ik de dikke stelen verwijderd en de jonge blaadjes gewassen en heel fijn gesneden. Het was ongeveer 90 gram. Ik heb het gebruikt om een heerlijk rijstgerecht te maken. De eerste dingen die van de tuin komen (bieslook, wollige munt en raapsteeltjes) zijn altijd extra lekker, maar zulke verse lavas en dan  in zo een grote hoeveelheid, dat is echt een bonus die je niet elk jaar krijgt!  Het is een heerlijk idee dat we eigenlijk altijd als we van de tuin naar huis gaan iets eetbaars bij ons hebben. Al is het maar een plantje dat ergens groeide waar het niet groeien mocht.

RIJST MET LAVAS

voor 2-3 personen

125 gram rijst

90 gram verse lavas

75 gram pecannoten

1 ui

3 eetlepels gembersiroop

3 eetlepels plantaardige olie

1 blik (uitlekgewicht 225 gram) kidneybonen

snufje zout

Kook de rijst gaar zoals je dat gewend bent. Snijd de ui heel fijn en fruit deze op  een laag vuur in de hete olie met de gembersiroop. Voeg de gekookte rijst toe.  Spoel de kidneybonen en voeg deze toe. Even goed warm laten worden en dan de fijngesneden lavas toevoegen. Goed omscheppen.  Voeg zout toe (naar smaak; verse lavas is vrij sterk van smaak dus niet te enthousiast strooien en steeds even proeven!) Vlak voor het serveren strooi je er fijngehakte pecannoten overheen. Smakelijk  eten en tot de volgende keer.

P.S. Lavas wordt ook wel maggiplant genoemd en is een heel makkelijke plant. Hij groeit eigenlijk overal. Het lekkerst zijn de frisse, jonge blaadjes maar de plant kan het hele jaar door geplukt en gebruikt worden als  smaakmaker in soepen en sauzen. In de lente is lavas te koop bij de Ekoplaza maar het loont zeker de moeite eens op  zoek  te gaan naar een plant. Hij heeft maar een heel klein stukje grond nodig om te floreren, al doet hij het niet zo goed in huis op de pot. Wel kun je lavas telen op het balkon in een bloembak. De bloemen van de lavas zijn prachtig, variërend in kleur van diepgroen tot knalgeel. Zodra de lavas bloeit kun je de blaadjes niet meer eten; ze worden bitter en vezelig. Wel doen de schermachtige bloemen het schitterend op  de vaas en het ruikt ook nog eens bijzonder aangenaam!

 

PREITAART

groentetaart, veganistische recepten

Een bijzonder smakelijke preitaart. Ik heb dit recept zeker vier weken achter elkaar gemaakt om het te vervolmaken. Natuurlijk kan het altijd nóg beter en zoals ik altijd zeg: je gaat niet mee de oven in (dus er kan ook nog van alles mis gaan onderweg, zelfs als je het recept tot  op de letter volgt, zelfs als je het recept zelf bedacht hebt!) maar volgens mij moet het met het volgende recept toch een ieder lukken een smakelijke preitaart als hoofdgerecht op tafel te zetten. Het is misschien een wat bewerkelijk recept. Dat komt omdat ik het leuk vind om in de keuken te  staan. Er zijn heel wat manieren om de werktijd wat te verkorten; de tijd dat de taart  in de oven zal moeten staan, blijft gelijk. Zo kun je in plaats van zelf kikkererwten koken en het kookvocht bewaren, ook een blik kikkererwten kopen en het vocht waarin ze bewaard worden gebruiken. (van de kikkererwten maak je snel een fijne humus of een gevuld soepje) In plaats van prei van het land te gaan halen (waar dus al heel wat werk in zit: zaaien, schoffelen, oogsten, wassen) kun je voorgewassen en voorgesneden prei kopen. In plaats van zelf appelchutney (niet gezoete appelmoes) te maken van de appels van je eigen boom, kun je een pot ongezoete appelmoes kopen. Ik laat dat allemaal aan je eigen inzicht en initiatief over. Het is natuurlijk wel zo dat ik dit recept, nadat ik het bedacht heb, al  een flink aantal keren heb gemaakt dus waarschijnlijk  zijn mijn ideeën erover best goed 😉 Ik wens jullie in ieder geval veel plezier in de keuken en tot gauw!

PREITAART (voor 4 personen)

INGREDIËNTEN

4 flinke stronken prei, gewassen en fijn gesneden

1 rode paprika

200 ml kokosroom (blik of pakje)

6 eetlepels kikkererwtenvocht

100 gram zelfrijzend bakmeel

100 gram tarwebloem

100 gram plantaardige margarine of gehard kokosvet (als je kokosvet wilt  gebruiken, raad ik aan  dit te raspen op  een fijne rasp, dit voorkomt klontjes)

1 eetlepel olie

1 theelepel zout

1 theelepel komijn

1 eetlepel appelazijn

1 theelepel paprikapoeder

2 theelepels gemengde kruiden (gedroogd, bv Provençaalse of Italiaanse mix)

2-3 eetlepels ongezoete appelmoes of appelchutney

eventueel 1/2 zakje Wilmersburger smeltkaas

springvorm 23 cm doorsnee, bakpapier, 250 gram droge erwten (of een andere lege taartvulling)

Verwarm de oven voor op  180 graden Celsius.

Meng het zelfrijzend bakmeel, de tarwebloem, de gedroogde kruiden en een snufje zout met de margarine/kokosvet tot een kruimige massa. Voeg een eetlepel plantaardige  olie toe zodat het geheel gaat kleven. Voeg zoveel appelmoes/appelchutney toe tot er een samenhangend geheel ontstaat. Laat dit een half uur tot een uur staan en vul dan de ingevette springvorm er mee. Leg een stuk bakpapier over het deeg heen en vul met lege taartvulling. Bak een minuut of 10 voor. Bak in een hapjespan of wok de prei met de niet al te fijngesneden paprika en de komijn, paprikapoeder, beetje zout  en appelazijn. Zodra de prei begint te slinken, doe je er de kokosroom in. Breng langzaam aan de kook onder voortdurend roeren. Zodra er belletjes komen die aankondigen dat de kook nabij is, haal je de pan van het vuur en voegt het kikkererwtenvocht toe. Nog even goed doorroeren en vervolgens in de taart vorm gieten. Dat gaat het beste met een open spatel waarmee je eerst zo droog mogelijk de prei in de vorm kunt scheppen en dan het achtergebleven vocht over de vulling kunt gieten. Nu kun je de taart afmaken met wat Wilmersburger en na 30 tot 40 minuten in de oven verorberen. Lekkerder is het als je de taart  eerst een half uur bakt, af laat koelen en dan bestrooien met Wilmersburger en opnieuw  10-20 minuten in de oven zet. Zelf  maak ik de taart eigenlijk altijd een dag van tevoren maar als de taart de tweede dag uit de oven komt is er op mysterieuze wijze al een punt verdwenen 🙂