baby-augurk; de kleine augurkjes groeien supersnel. Ze verstoppen zich ook goed onder de blaadjes dus soms mis ik er één en dat wordt dan een heel dikke! 😉

rijp voor de pluk; ik probeer altijd een pond in één keer te plukken van ongeveer gelijke grootte. Dat lukt lang niet altijd!

wassen; na de oogst moeten de vruchten heel goed gewassen worden. De stekels en alle aarde er  af…

klaar voor het fermenteren;  de vruchten pak ik stevig in een katoenen doek. Ik vul een bak met lauw water waarin ik twee eetlepels zout heb opgelost. Ik dompel de augurken onder en zet ze een dag of vijf weg op een donkere plek, koel maar niet koud. De augurken gaan dan fermenteren en de kleur veranderd van dit lichte naar heel donkergroen.

in de pot; na het fermenteren spoel  ik de augurken even kort af met lauw water. Ik kook een liter inmaakazijn. Ik stop de augurken zo dicht mogelijk  tegen elkaar aan in de pot en doe er wat gedroogde specerijen bij: laurierblaadje, peperkorrels, jeneverbessen, mosterdzaadjes. En vul de pot  af met de gekookte, nog hete azijn. Ik laat de potten een dag in het licht staan totdat de augurken weer mooi lichtgroen zijn geworden en laat ze vervolgens een week of drie in het donker staan alvorens ze op te smikkelen.                                                                                                    In de voorraadkast blijven ze zo ongeveer een jaar houdbaar.