Henk en Reinier spelen samen met een afgesnoeide tak van de appelboom.

En ondertussen heb ik ongeveer 40 m2 grond gespit. Lekker hoor! De wind was wel wat koud, maar zolang je met je rug naar de wind aan het spitten bent gaat het prima.  Onze fruitbomen groeien ook maar door. Om de wortels  te sparen, ga ik met mijn gespit ruim om de boom heen. We hebben drie appelbomen, een kersenboom en twee pruimenbomen. Ze zijn niet allemaal even oud en ze geven ook niet allemaal evenveel fruit, maar ze mogen groeien. Henk heeft ze gisteren gesnoeid terwijl ik aan het spitten was. Het spitten is nu bijna klaar en volgende week kunnen we de eerste zaadjes alweer in de grond stoppen. Spinazie en raapsteeltjes zaaien; tuinbonen, knoflook en ui leggen en natuurlijk van alles in de voorteelt  in het kleine kasje op het balkon, pompoen, courgette, paprika. Ah! De Groene Koorts slaat  weer toe 😉 Als  het spitten klaar is, halen we  de laatste  prei van het land  en die vriezen we in. Zo hebben we in de zomer ook verse prei zonder dat het ruimte op de tuin in beslag neemt. Tot die tijd eten we de vriezer leeg en de witlofkuil!

Met  witlof kun je heel veel doen maar  hier in huis wordt het meestal en het liefst rauw gegeten. Ik snijd de witlof heel fijn en meng het met augurk, kappertjes en iets zoets. Wat ik maar in huis heb. Vaak is dat een mandarijntje of een handvol rozijnen. Soms een half appeltje of een banaan.  Nu had ik nog een schijfje ananas uit blik over en dat heb ik er door  gedaan. Vervolgens maak  ik de salade aan met een eetlepel citroensap, twee eetlepels (limoen)olie, een snufje zout en een klein beetje kerriepoeder. Je kunt ook een halve avocado en een halve banaan in de blender mengen met wat (limoen)olie, citroensap en een snufje  zout en kerriepoeder en dat als dressing gebruiken. De andere helft van de avocado en van de banaan snijd je gewoon in kleine stukjes en doe je door de salade.

Witlof kun je natuurlijk ook gewoon gaar koken, in ongeveer 7 minuten in ruim water en eten met een (gebakken) aardappeltje. Wat ik ook heel lekker vind, is roerbakken: snijd een klein preitje fijn en smoor dat in hete olie met een beetje gemberpoeder, kerriepoeder en een eetlepel citroensap (of appelazijn). Snijd de witlof in grote stukken en haal  de blaadjes een beetje uit  elkaar. Schep de stukken vervolgens door de prei. Bak de witlof onder voortdurend roeren in ongeveer drie  minuten beetgaar. Tip: een tomaat in kleine stukjes snijden (of een blikje tomatenblokjes) op het laatst toevoegen en even snel op een hoog vuur laten koken. Of, wat ook heel lekker is, met de prei wat champignons bakken!

Veel plezier in de keuken en smakelijk eten!